Mien Aigen Hoes in vakblad

Mien Aigen Hoes is een Gronings woonproject voor dak- en thuislozen. Bij het project ligt de nadruk op zelfregie en eigen kracht. Deelnemers krijgen een woning zonder dat er vooraf aan allerlei voorwaarden moet zijn voldaan. Er zijn wel drie afspraken: geen overlast veroorzaken, de huur betalen en de deur open doen voor de aangeboden begeleiding.

 

Vraag centraal
Bij de start van het project Mien Aigen Hoes werden daklozen betrokken. Aan hen werd de vraag gesteld: ‘Wat hebben jullie nodig om je leven weer op orde te krijgen’? Het stellen van deze vraag is dan ook een van de succesfactoren van het project, aldus Joris Stavenga (manager, LIMOR): ‘De kunst is om niet te veel zelf te willen bepalen, maar de vraag centraal te stellen. Wanneer je dit doet, en mensen vertrouwen en verantwoordelijkheid geeft, is het bijzonder om te zien welke krachten er vrij komen.’

Zo antwoordden de daklozen op bovenstaande vraag dat zij woonruimte het belangrijkste vonden. Zij kwamen met het idee voor een groepswoning als tussenstap naar zelfstandig wonen, zodat ze elkaar in de eerste fase tot steun konden zijn. Inmiddels ex-dakloze Wubbo: ‘Het was geweldig; er werd naar ons geluisterd en we kregen vertrouwen!’ Via de woningbouwvereniging Nijestee werd een oud studentenhuis aangeboden. De groep daklozen moest een begroting maken voor het opknappen van het pand. Ze gingen op pad om te onderhandelen over een nieuwe vloer, over de bijdrage van de woning­corporatie, en met de kringloopwinkels van Werkpro over de inrichting van de kamers. In een maand tijd toverde de groep dit uitgewoonde pand om tot een ‘buddyhuis’, met fris geschilderde wanden, plafonds en strak gelegde vloeren. ‘Toen de woning klaar was, hebben de bewoners hun eigen regels opgesteld. Het is hún woning, zij zijn de eigenaar van het proces’, vertelt De Vos (directeur Terwille).
Wubbo: ‘Goed dat ze ons de vrijheid lieten, we kregen gelegenheid om het zelf te doen.’

Lees hier het hele artikel over Mien Aigen Hoes

Bron: Sociaal Bestek 2017, nr 2.