ervaringsdeskundige verslavingszorg

Van gebruiker tot bruggenbouwer

Ervaringsdeskundigen zijn bruggenbouwers. “Iemand die zelf verslaafd is geweest, kent de leefwereld van een verslaafde van binnenuit en weet als geen ander wat er nodig is voor herstel”, zegt Jos Oude Bos. Vroeger was hij “een multi-gebruiker van harddrugs”, nu leidt hij een project om tien ex-cliënten op te leiden tot ervaringsdeskundigen in de zorg.

 

Iedereen die een verslaving heeft overwonnen, heeft een verhaal om te delen. Maar niet iedere ex-verslaafde is ook meteen een ervaringsdeskundige, zegt Jos. In zijn woorden: “om op een goede manier ondersteuning te bieden aan cliënten heb je scholing nodig en een doordachte kijk op zorg en welzijn. Door het verwerken van je persoonlijke ervaringen kun je deze op een deskundige manier aanwenden.” Zo dicht een ervaringsdeskundige de kloof tussen de systeemwereld van de professional en de leefwereld van de cliënt. “En dat is een intensief groei- en leerproces,” weet Jos.

Brugfunctie

Jos omschrijft een goede ervaringsdeskundige als iemand die “een brugfunctie vervult tussen professionals en cliënten”. Het is iemand met kennis van hulpverleningsmethodieken, een onderbouwde visie op zorg en welzijn en hij kan de taal van de professionals omzetten naar cliënten in de praktijk. Jos vertelt: “Vaak is een ervaringsdeskundige sterk in informele zorg en voelt hij zich minder gebonden aan allerlei protocollen. Hij zal daardoor waarschijnlijk meer ingaan op de sociale aspecten die een aandoening of verslaving met zich meebrengt.”

Nieuwe stijl

“Een goede ervaringsdeskundige weet ook dat mensen zelf de regie moeten houden”, vervolgt Jos. “Mensen blijven zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid.” En dat vraagt een ondersteunende manier van werken. Jos zegt: “We noemen het ook wel welzijn nieuwe stijl. De vraag is: hoe empower je iemand? Hoe laat je cliënten zelf keuzes maken in hun eigen herstel? Ervaringsdeskundigen zijn daarin een rolmodel.”

Multi-gebruiker

Jos weet waar hij over praat. “Ik ben zelf van mijn dertiende tot mijn vijfentwintigste jaar verslaafd geweest aan heroïne, coke, speed, methadon en pillen:  ik was een multi-gebruiker van harddrugs.  Op mijn zestiende had ik mijn eerste overdosis. Mijn moeder hoorde dit via de politie en zette mij aan om samen met haar naar het toenmalige Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs(CAD) in Groningen te gaan. Toen werd ik min of meer gedwongen om opgenomen te worden. Omdat ik strafbare feiten op mijn naam had staan, kon ik kiezen tussen opname of de jeugdgevangenis.”

Eigen ervaring

Zijn herstel ging niet zonder slag of stoot, maar inmiddels is Jos alweer 27 jaar drugsvrij. Eind jaren ’90 ging hij aan de slag als voorlichter. Hij vertelt: “Als voorlichter gingen we naar scholen en buurtverenigingen, ook mijn eigen ervaring met verslaving en justitie kwam vaak ter sprake.” Ook gaat Jos participeren in de cliëntenraad van het CAD Drenthe: “Daar leerde ik mijn ervaringskennis om te zetten in deskundigheid.”

Herstelcentrum

In 2005 komt Jos in dienst van Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN): “Ik werkte als projectleider met ervaringsdeskundigen en specialiseerde me steeds verder in het thema ‘Ervaringsdeskundigheid’ en ‘Herstel’. Later werd ik ook beleidsmedewerker bij VNN op dit gebied.” Jos ontmoet Martinus Stollenga, zorg- en justitieprofessional en voorvechter van het inzetten van ervaring binnen de verslavingszorg. Samen met Martinus maakt Jos deel uit van een initiatiefgroep voor een herstelcentrum in de stad Groningen. “Een centrum dat geheel vanuit cliëntenperspectief en met inzet van ervaringskennis/deskundigheid zou draaien.”

Innovatie

“Via project Mien Aigen Hoes kwam Terwille bij ons in beeld,” vertelt Jos verder. Terwille is als zorgorganisatie gericht op innovatie en nieuwe initiatieven. Al snel is duidelijk dat een samenwerking met Jos daar goed bij past. De waarde van ervaringsdeskundigheid in de zorg is voor Terwille geen vraag meer, maar een feit. Als het innovatieatelier van de gemeente Groningen begin 2016 een oproep doet tot nieuwe initiatieven, dient Terwille dient een vernieuwend idee in voor inzet van ervaringsdeskundigheid én krijgt de subsidie.

Penvoerder

Jos vertelt: “Terwille werd onze penvoerder bij het aanvragen van de projectsubsidie voor innovatie met als doel: ervaringsdeskundigheid toevoegen aan WIJ-teams. Naast het zorgen voor draagvlak en het zoeken naar mogelijkheden, hebben we projectgelden gekregen om tien mensen met ervaringskennis op te laten leiden aan de Hanze Hogeschool tot Ervaringsdeskundige in de Zorg. Voorwaarde is dat deze mensen hun stage bij een WIJ-team in Groningen gaan doen.” Door zijn ervaringen en kennis op dit gebied wordt Jos de projectleider, zijn opdracht voert hij uit in tijdelijke dienst van Terwille.

Toets

“Inmiddels zijn we driekwart jaar verder en staan er tien mensen met ervaringskennis in de startblokken voor de hbo-opleiding tot ervaringsdeskundige”, vertelt Jos. Een groot deel van de kandidaten is in zorg geweest bij Terwille. Dit zijn zowel mensen die hersteld zijn van een verslaving als vrouwen die uit de prostitutie zijn gestapt. Om in aanmerking te komen voor de opleiding moet elke kandidaat zelf een stage- of werkplek zoeken van 16 uur per week. Ook moet twee-derde van de aanmelders eerst een assessment doen om te kijken of het hbo-niveau haalbaar is. “Het is nog de vraag of iedereen door de toets komt”, licht Jos toe. “Er zijn kandidaten bij met weinig scholing. Daarom zijn we aan het onderzoeken of er ook mogelijkheden zijn voor een mbo-variant of een cursus.”

Zingeving

Het volgen van een opleiding levert ook de ervaringsdeskundige zelf iets op. “Alle mensen hebben zingeving nodig. Scholing, arbeid en andere ontplooiingsmogelijkheden zijn onderdeel van maatschappelijk herstel,” zegt Jos. “De opleiding tot ervaringsdeskundige vergroot het perspectief, zorgt voor verbinding met andere mensen, is goed voor het zelfvertrouwen, betrokkenheid bij de samenleving en verantwoordelijkheidsgevoel.”

Eigen omgeving

De kandidaten moeten zelf hun stage- of werkplek regelen. Ondertussen voert Jos gesprekken met mensen van verschillende WIJ-teams in de stad Groningen: “Samen met de opleiding en de WIJ-teams bespreken we de knelpunten en kijken we wat er nodig is om deze nieuwe medewerkers zo goed mogelijk in te zetten. Bijvoorbeeld door herstelgroepen op te zetten in de wijk, of cursussen te geven die de eigen kracht en zelfregie te bevorderen.  Mensen kunnen daar laagdrempelig naar toe komen. Het doel is dat er minder tweedelijns zorg nodig is, en mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving geholpen worden. Dat is ook het idee van de WMO- en participatiewet.  Mantelzorgers en ervaringsdeskundigen zijn de aangewezen mensen om deze informele zorg te ondersteunen.”